Thuiswerkplek hoger beoordeeld dan kantoorwerkplek
3 oktober 2024
Hybride werkers zijn over het algemeen blij met hun thuiswerkplek. Over de werkplek op kantoor is men minder tevreden. Dat blijkt uit de Werk in Transitie Benchmark 2024 van het CfPB. Het Delftse kennisinstituut ondervroeg hiervoor meer dan 17.000 kenniswerkers bij (semi)publieke organisaties.
Sinds een aantal jaren is hybride werken de nieuwe standaard voor Nederlandse kenniswerkers. De werkzaamheden worden niet meer alleen (overwegend) op kantoor uitgevoerd, maar ook thuis. Dit roept de vraag op hoe het gesteld is met de thuiswerkplek: zijn hybride werkers eigenlijk wel tevreden over de faciliteiten die zij thuis hebben? Het Delftse kennisinstituut CfPB onderzocht deze vraag met behulp van de digitale vragenlijst Werk in Transitie Monitor. De uitkomsten zijn opvallend: hybride werkers zijn veel tevredener over de thuiswerkplek dan over de kantoorwerkplek.
Speciaal ingericht
Van de respondenten uit het onderzoek – ruim 17.000 kenniswerkers bij (semi)publieke organisaties – hebben drie op de vier medewerkers thuis een ingerichte werkplek. “Van deze ingerichte werkplekken zijn twee op de drie speciaal ingericht voor thuiswerken”, aldus de CfPB-onderzoekers. “De helft van alle medewerkers heeft een ergonomische werkplek.” Een op de drie medewerkers werkt thuis niet in een afgesloten werkkamer, zo blijkt verder uit het onderzoek.
De thuiswerkplek krijgt met een gemiddelde score van een 4,3 (op een schaal van 1 tot 5) een hoge waardering. Medewerkers zijn het meest content met de psychosociale en fysische factoren van de thuiswerkplek.
De waardering voor de kantoorwerkplek ligt met 3,1 (op een schaal van 1 tot 5) beduidend lager. “Dit is nog altijd een voldoende, maar het verschil met de thuiswerkplek is wel groot”, aldus het CfPB. “De uitkomst is opvallend, vooral ook omdat de door ons onderzochte organisaties goed geoutilleerde kantooromgevingen hebben, waaraan volop aandacht is besteed. Blijkbaar spelen in de beoordeling van de omgeving ook andere factoren dan alleen de objectieve kenmerken van de ruimte een rol.”
De hogere waardering voor de thuiswerkplek heeft onder meer te maken met de mate waarin medewerkers invloed kunnen uitoefenen op de omgeving. Thuis is deze invloed groter dan op kantoor. “Vooral de beoordeling van de privacy, de concentratiemogelijkheden en het kunnen regelen van het binnenklimaat springen er op het kantoor negatief uit.”
Digitale toegankelijkheid
De CfPB-onderzoekers keken in hun onderzoek ook naar de waardering voor de ‘digitale werkomgeving’. Er is bijvoorbeeld gevraagd naar toegankelijkheid en de ondersteuning van digitaal samenwerken op kantoor en thuis. Hieruit blijkt dat medewerkers weinig problemen ervaren met het werken op afstand. Ze zijn tevreden met de mogelijkheden om op afstand in te loggen en documenten te openen. “Ook werkt een groot deel van de medewerkers naar tevredenheid samen in documenten.” Opvallend is wel dat jongere medewerkers het minst te spreken zijn over de ondersteuning vanuit leidinggevenden op dit vlak.
Werk in Transitie
De Werk in Transitie Benchmark 2024 is een publicatie in het kader van het collectieve onderzoeksprogramma Werk in Transitie die het CfPB samen met TU Delft en TU Eindhoven uitvoert bij 10 (semi) publieke organisaties. De data die gebruikt wordt voor de benchmark is verzameld met de Werk in Transitie Monitor. Deze wetenschappelijk gevalideerde digitale vragenlijst bevat een breed scala aan onderwerpen, onderverdeeld in vijf modules: medewerker en organisatie, werkplek, samenwerken, leiderschap, en gezondheid. De data voor de Werk in Transitie Benchmark 2024 zijn in 2023 verzameld, met deelname van 17.250 medewerkers. De publicatie fungeert als een referentiepunt waarmee organisaties hun eigen situatie kunnen vergelijken en vormt de basis om ontwikkelingen in de komende jaren te duiden. De publicatie is hier in zijn geheel te downloaden.
De komende periode zullen we meerdere highlights uit de Werk in Transitie Benchmark 2024 op deze website publiceren