Nieuwe ruimtenormering overheid stelt gebruik centraal
21 april 2011
De Rijksoverheid gaat over op een uniek systeem van ruimtenormering. In dat systeem staat het activiteitgerelateerd werken centraal. Dit betekent dat ruimtenormering gekoppeld wordt aan het daadwerkelijk gebruik zoals zich dat in de tijd voltrekt. Niet eerder werd zo’n grote stap gezet.
Op 19 april werd in een bijeenkomst rond het programma Fysieke Werkomgeving Rijk gememoreerd dat de eerste stap in het zorgvuldige besluitvormingsproces gezet is. De interdepartementale commissie die verantwoordelijk is voor facilitaire en huisvestingszaken ging akkoord en stuurt de nota en het achterliggende onderzoeksrapport door voor finale besluitvorming.
Unieke stap
Op de bijeenkomst die werd geopend door Siep Eilander, plv DG OBR op het ministerie van BZK sprak eerst programmamanager Frits van Erpers Roijaards over de inhoud van het beleid. Daarna wierp Wim Pullen (directeur CfPB) licht op zowel het unieke van deze normering als op de internationale context. Hoe normeren overheden in omringende landen? Om aan te geven dat er in de praktijk te werken is met de nieuwe normering lichtte Rob Pols van de Programmadirectie Opdrachtgeverschap Rijkskantoren toe hoe de normering voor het te renoveren Rijkskantoor Rijnstraat 8 in Den Haag toegepast is om een werkplekkenmix te maken die past bij het gemiddeld gebruik. Daarbij is gebruik gemaakt van het simulatiemodel PACT.
Het Center for People and Buildings is het afgelopen jaar in de gelegenheid geweest onderzoek te doen naar deze nieuwe normering. Naast het vastleggen daarvan ontwikkeld zich ook het ondersteunend instrumentarium, zoals het hiervoor genoemde simulatiemodel PACT. Met dit model kan de functionaliteit van werkplekken beredeneerd worden door scenario’s te ontwerpen die de gevoeligheid van de werkplekkenmix (hoeveelheid en diversiteit van werkplekken) voor organisatieontwikkelingen in beeld brengt.