Managen werkomgeving m.b.v. de CFPB Indicator
14 april 2010
Steeds meer organisaties beseffen dat de werkomgeving een bijdrage kan leveren aan het functioneren van de organisatie. Deze bijdrage kan ontstaan door efficiënter met de ruimte om te gaan en door de werkomgeving het werkproces optimaal te laten ondersteunen. Maar ook de beleving van de werkomgeving kan van invloed zijn op het functioneren van de organisatie. Of het nu gaat om een cellenkantoor of om een modern combikantoor waar verschillende soorten plekken gefaciliteerd zijn (passend bij de diversiteit aan werkzaamheden), de beleving van de werkomgeving is vaak moeilijk te vatten.
Sinds 2006 doet het CfPB onderzoek naar die beleving van de werkomgeving. Met behulp van het werkomgevingsdiagnose-instrument (de WODI Toolkit) wordt inzicht verkregen in de tevredenheid en ontevredenheid over negentien verschillende werkomgevingaspecten, als ook over de organisatie in het algemeen en de inhoud en complexiteit van het werk. Daarnaast kijkt het CfPB naar hoe de werkomgeving ervaren wordt als ondersteunend aan de eigen productiviteit, die van het team en die van de gehele organisatie.
De CfPB Indicator 2010: wat kun je ermee?
Ieder jaar wordt er een CfPB Indicator berekend op basis van de gemiddelden van alle casestudies die er tot dan toe geweest zijn. De CfPB Indicator 2010 is gebaseerd op 6504 respondenten uit 41 WODI-onderzoeken bij 13 verschillende organisaties. De indicator geeft de gemiddelde tevredenheid en ontevredenheid over de verschillende werkomgevingaspecten weer (zie figuur) en vormt zo een referentiewaarde waarmee organisaties een scherper beeld krijgen van de sterke en minder sterke kanten van de eigen werkomgeving.
De vergelijking van de eigen resultaten met de indicator geeft weer op welke aspecten van de werkomgeving hogere tevredenheidspercentages mogelijk zijn, en waar dat lastiger zal zijn. Zo belandt bijvoorbeeld het binnenklimaat vaak in de top drie van meest negatieve aspecten van de werkomgeving. Dit wil echter niet zeggen dat het binnenklimaat in vergelijking met andere gebouwen ook slecht scoort (de hoogst gemeten tevredenheid over het binnenklimaat is 61%, de laagst gemeten ontevredenheid is 16%).
Organisaties kunnen zich vergelijken met de CfPB Indicator 2010, maar ook met bijvoorbeeld de bovengemiddeld scorende organisaties, met organisaties met vergelijkbare kantoorconcepten (bijvoorbeeld innovatieve kantoren) of met organisaties uit een bepaalde sector (bijvoorbeeld onderwijs).
Feiten uit de CfPB Indicator 2010
Uit onderzoeken die tot op heden zijn uitgevoerd blijkt dat medewerkers gemiddeld het meest tevreden zijn over de inhoud en complexiteit van het werk en de bereikbaarheid van het gebouw: respectievelijk is 79% en 77% hier tevreden over. De laagste tevredenheid is te zien bij het aspect archief en opslagmogelijkheden, namelijk 35%.
De medewerkers blijken gemiddeld het meest ontevreden te zijn over de concentratiemogelijkheden en het binnenklimaat: respectievelijk 38% en 35% is hier ontevreden over. De minste ontevredenheid bestaat over de bereikbaarheid van het gebouw, de communicatiemogelijkheden en sociale interactie en de faciliteiten en het beheer van die faciliteiten. Over deze drie aspecten is gemiddeld slechts 11% ontevreden.
Of de werkomgeving ondersteuning biedt aan de eigen arbeidsproductiviteit wordt gemiddeld door 41% van de medewerkers op positieve wijze ervaren en door 23% op negatieve wijze. Wat betreft de ondersteuning van de arbeidsproductiviteit van het team is gemiddeld 39% positief en 21% negatief. De arbeidsproductiviteit van de gehele organisatie wordt volgens gemiddeld 31% van de medewerkers ondersteund door de werkomgeving, 17% zegt juist van niet. Een relatief hoog aantal medewerkers geeft een neutraal antwoord.
Als we kijken naar de overall rapportcijfers is te zien dat alle aspecten gemiddeld minimaal een voldoende krijgen van de medewerkers. Sommige aspecten laten echter een hoge spreiding zien in de gegeven beoordelingen, zoals het aspect ‘huisvestingsconcept’. Dit aspect heeft cijfers gekregen variërend van een 4,1 tot een 7,3.
Het managen van de werkomgeving: Van Rood naar Groen
De CfPB Indicator helpt de organisatie om een zo passend en prettig mogelijke werkomgeving te realiseren. Om meer handvatten te bieden voor het managen van de werkomgeving, heeft het CfPB de ambitie om inzicht te krijgen in het palet van instrumenten en interventies die de (facilitair) manager kan gebruiken om de tevredenheid onder de medewerkers over de werkomgevingaspecten te vergroten. Ons onderzoeksprogramma “Van Rood naar Groen” gaat daarover.