Het gebruik van de werkomgeving in kaart gebracht
25 januari 2010
Met de Space Utilization Monitor (SUM) wordt een objectief beeld verkregen van het gebruik van de werkomgeving. Om meer meetmogelijkheden te creëren is in 2009 is een nieuwe versie van dit CfPB instrument ontwikkeld. Sindsdien is het instrument al bij vier organisaties naar tevredenheid ingezet. Tijd voor een kleine analyse dus.
De vier organisaties waar SUM is ingezet hadden allen een innovatieve werkomgeving waarin verschillende soorten plekken gefaciliteerd zijn die de activiteiten in de organisatie ondersteunen, zoals stilteplekken, open werkplekken en open en gesloten overlegruimten. De werkplekken werden zowel flexibel (geen eigen werkplek) als vast gebruikt (wel een eigen werkplek).
Gemiddelde werkplekbezetting is laag
Gemiddeld waren de werkplekken 35% daadwerkelijk bezet door medewerkers. Tevens was gemiddeld 17% van de werkplekken tijdelijk onbezet. Oftewel, de plekken werden bezet gehouden door spullen, zonder dat er een medewerker op de plek aanwezig was. De minimale bezetting was gemiddeld bijna 13%, de maximale bezetting 70%.
Gemiddelde bezetting overlegruimten maar 15%
De overlegruimten bij de vier organisaties werden gemiddeld 15% daadwerkelijk door medewerkers bezet. De maximale bezetting van de overlegruimten was gemiddeld 42%. Overlegruimten werden zelden bezet gehouden door spullen.
Gemiddeld werd 35% van de tijd aan algemeen bureauwerk besteedt (computerwerk, lezen, schrijven, telefoneren) en ruim 22% aan overleg. Ongeveer 11% van de tijd werden twee of meer activiteiten met elkaar gecombineerd.
Voor meer informatie over de Space Utilization Monitor (onderdeel van de WODI Toolkit) klik hier.