Werken is duursport
3 augustus 2018
Zomercolumn #4 in een reeks van 9 naar aanleiding van het Facto boekje ‘de Werkplek in 2030’. Ik schreef daar zelf een stukje voor, en de afgelopen dagen nam ik de tijd om wat associaties of luchtige kanttekeningen te plaatsen bij de stukjes die mede-auteurs schreven. Er zijn er nu (met deze erbij) 4 verschenen, er resteren nog 5 stukjes. Vandaag reageer ik op John van Hooft, directeur van Office Athletes.
Vergeten antwoord?
Wat viel me op bij het lezen van de bijdrage van John aan het boekje de werkplek in 2030? Ja, dat was het, John heeft maar drie van de vier vragen beantwoord die ons als auteurs werden gesteld! Zijn antwoord op de vraag ‘Welke factoren beïnvloeden de toekomstige werkplek’ ontbreekt… Ai, is er opzet in het spel, had hij de spelregels (4 vragen beantwoorden!) niet gelezen, diskwalificeerde de eindredacteur zijn antwoorden? Dus John, als je dit leest (bv via Linked In), dan kun je alsnog los gaan met een lijstje factoren.
Werken is topsport
Bij het mijmeren over de bijdrage van John heb ik in zijn stukje gezocht naar associaties met de sport. De bedrijfsnaam Office Athletes nodigt daartoe uit. Zijn eindgebruikers op kantoren de atleten, en zijn de werkgevers dan de coaches of de sponsors? Als het gaat over samenwerking tussen Facilitair, ICT en HRM dan benadrukt John dat het teamwork is. De verwijzing naar Agile brengt ons bij de scrum uit de rugbysport, zo’n kluwen spelers die voorovergebogen uit alle macht tegen elkaar aan staat te duwen. Of de sprint, afhankelijk of het atletiek is (explosief uit de startblokken voor de 110m horden) of wielrennen (wordt het Groenewegen of toch gewoon weer Sagan?): het is -hoe dan ook - explosief.
Werken is duursport
De beelden wijzen in de richting van explosieve, korte, krachtige inspanningen. Maar heeft werken ook kenmerken van duursport (marathonschaatsen, meerdaagse wielerkoersen, langlaufen, triatlon) waarin de verzuring toeslaat of de hongerklop je op achterstand zet? Werknemers zien de AOW en pensioengerechtigde leeftijd verschuiven, en als je over de helft van je loopbaan bent, hoor je steeds vaker “Hoe lang moet jij nog”. Steeds vaker hoor ik dat werk waarin veel van onze cognitieve vaardigheden wordt gevraagd, topsport is: je sterk concentreren, nieuwe combinaties verzinnen, je herinneringen laten spreken, uitwisselen van kennis.
Gapen en slapen! Gedrag op de werkplek
Toen ik vanochtend naar kantoor reed was op Radio 1 het programma Spraakmakers, gepresenteerd door Ghislaine Plag aan de gang. Met een item over de powernap, even slapen op kantoor. Naast instemming was er ook ontstemming “Wat een onzin, om je stretcher op de steiger te zetten, dat kan toch niet!”. Terug naar de sporters. “De Tour wordt in bed gewonnen” zei Joop Zoetemelk, de schaatsers zie je onbedaarlijk gapen voordat ze het ijs op moeten. Slapen is voor atleten zeer belangrijk. Van sportarts Kasper Janssen leerde ik meer over de powernap op het werk. Samen spraken we begin 2017 op een minisymposium (klik hier). Sindsdien vraag ik geregeld tijdens spreekbeurten aan mijn gehoor wie er wel eens achter zijn of haar computer op kantoor wakker geworden is. Aarzelend krijg ik dan reacties, vaak pas nadat ik zelf mijn hand heb opgestoken.
Van metafoor naar narrative?
Eigenlijk zijn we als kantoorwerkers allemaal allround sporters, nu weer eens sprinten, dan weer eens een uithoudingsproef en altijd teamspelers. Leuk om je gedachten te laten gaan met zo’n metafoor. Misschien zitten hier wel mooie narratives in voor topmanagers die de transformatie van hun bedrijf en van de werkomgeving willen realiseren?