Center for People and Buildings

U bent hier: >>>Productiviteitsgroei in Nederland: van macro na...

Productiviteitsgroei in Nederland: van macro naar micro

18 juni 2008

Om onze concurrentiepositie te versterken ziet het innovatieplatform, naast product- en marktinnovaties, ook een belangrijke rol weggelegd voor ‘Slimmer Werken’ d.m.v. werkplek- en werktijdinnovaties. Een recent onderzoek naar ervaren arbeidsproductiviteit laat zien dat ‘Facilities do Matter’. Maar hoeveel exact, dat is lastig aan te tonen.

Portal to Europe

Het innovatieplatform bracht in april 2008 een notitie Nederland in de wereld uit over de concurrentiekracht voor de toekomst van Nederland. In het rapport staat de veranderagenda voor Nederland centraal met als leidend motto Nederland als “Portal to Europe”. Nederland wordt grote kansen toegedicht met haar traditionele kracht als handels- en transportland en als vestigingsplaats voor internationale bedrijven. Ook de aanwezigheid van moderne consumenten en de rijke schakering in de bevolkingssamenstelling werkt in ons voordeel. Op macroniveau formuleert het platform ‘grote’doelen over Nederland als merk, over het stimuleren van innovatie, over het aantrekkelijker maken van ondernemingen, over het stimuleren van arbeidskwaliteit en het vernieuwen van de arbeidsmarkt, over het vernieuwen van de overheid. Allemaal sleutelgebieden voor economische groei op de lange termijn. Maar ook de microbenadering wordt niet geschuwd. Er worden voorstellen ontwikkeld om ‘slimmer te werken’ en niet alleen maar te kijken naar product- en marktinnovaties. De stelling is dat kleine en middelgrote ondernemingen een productiviteitswinst van 10% kunnen bereiken. Het innovatieplatform denkt daarbij aan werkplek- en werktijdinnovaties: “werkplekverzamelgebouwen, telewerken of virtueel werken en zelfroosteren door medewerkers zijn daarbij kernelementen”. De plek en de faciliteiten doen er dus toe. Maar hoeveel?

Faciliteiten doen ertoe

De vraag naar productiviteitsontwikkeling als gevolg van investeringen in de werkomgeving c.q. in slimmer werken wordt veel gesteld. De beantwoording is niet zo gemakkelijk. Dat komt vooral doordat er nog geen methoden zijn om de objectieve arbeidsproductiviteit goed te meten. Er vindt wel onderzoek plaats naar de relatie tussen de werkomgeving en de gepercipieerde arbeidsproductiviteit, zoals het onderzoek Effecten van facilitybeleving op de gepercipieerde arbeidsproductiviteit (Batenburg & van der Voordt, 2008) dat dit voorjaar verscheen. In dit onderzoek stond de vraag centraal wat de invloed is van de facilitybeleving van werknemers in kantoren op hun gepercipieerde arbeidsproductiviteit, op zichzelf en in verhouding tot de invloed van de tevredenheid over de organisatie, de tevredenheid over het werk, en persoons- en functiekenmerken. Op basis van alle bevindingen wordt geconcludeerd dat de facilitaire voorzieningen - in het onderzoek gedefinieerd als huisvesting (gebouw en inrichting), diensten en middelen en ICT - substantieel van invloed zijn op de arbeidsproductiviteit. Daarbij wordt wel de kanttekening gemaakt dat het voor beide variabelen gaat om de beleving hiervan. De tevredenheid over de faciliteiten blijkt van grotere invloed op de gepercipieerde productiviteit dan de variabelen tevredenheid over de organisatie, tevredenheid over het werk, en persoons- en functiekenmerken.

Wetenschappelijk debat

Naar aanleiding van het onderzoek organiseerde het CfPB op 29 april 2008 een wetenschappelijk debat over de resultaten. Historicus en econoom dr. Ewout Frankema bracht in het debat een aantal relevante vragen en stellingen naar voren:

  • Is - gelet op de vraagstelling van het onderzoek - de positieve correlatie tussen facilitybeleving en arbeidsproductiviteitsbeleving meer dan een tautologische bevinding?
  • Een ondernemer maakt de afweging om te investeren in de werkomgeving in een brede economische context waarin alle investeringsalternatieven worden meegewogen. Dit benadrukt het belang van opportunity costs.
  • Het is zeer aannemelijk dat het potentiële rendement (uitgedrukt in productiviteitswinst) van werkplekinnovatie sterk verschilt van bedrijf tot bedrijf en organisatie tot organisatie.
  • Werkplekinnovatie kan een middel zijn om werknemers op lange termijn te binden zonder dat het de productiviteit verhoogt.
  • Ook als de arbeidsproductiviteit in objectieve zin niet gestimuleerd wordt, kan de (subjectieve) perceptie van vooruitgang de tevredenheid van werknemers vergroten.
  • Uiteindelijk is welzijn het hoogste doel. Daar kan productiviteit een rol bij spelen, maar het is geen noodzakelijke voorwaarde.

De opmerkingen van Frankema illustreren nog maar eens hoe lastig het is relaties te leggen tussen de (investeringen in de) werkomgeving en de opbrengsten. Op de vraag naar het ‘hoeveel?’ zullen we voorlopig een exact antwoord schuldig moeten blijven. Maar dat bedrijven en de BV Nederland baat hebben bij Slimmer Werken, dat staat wat ons betreft buiten kijf.

Met bovenstaande op het netvlies zal het CfPB aandacht blijven geven aan de vraag hoe organisaties hun afwegingen maken, welke factoren ze daarbij in ogenschouw nemen en vooral of ze bij het nadenken, plannen en realiseren van een werkomgeving voor Slimmer Werken concrete verbeteringen weten te bewerkstelligen.

Bronnen:

Nederland in de wereld, werkgroep Concurrentiekracht, zie www.innovatieplatform.nl

Batenburg, R. en D.J.M. van der Voordt,(2008), Effecten van facilitybeleving op de gepercipieerde arbeidsproductiviteit, Delft, Center for People and Buildings

Frankema, E.H.P. (2008), Effecten van facilitybeleving op de gepercipieerde arbeidsproductiviteit. Reflectie vanuit een economisch historisch perspectief, presentatie 29 april 2008

Meer informatie

  • Keynote EFM Conference, Manchester; Do facilities matter? Klik hier
  • FMM-Artikel "Invloed van facilitybeleving op arbeidsproductiviteit (1)" Klik hier
  • FMM-Artikel "Invloed van facilitybeleving op arbeidsproductiviteit (2)" Klik hier