PARAP levensduurkosten, definitiestudie
Juni 2006 | Karel Dekker, Kees Gerritse, Wim Pullen
De twee belangrijkste doelen voor de ontwikkeling van PARAP, een geavanceerd model voor budgettering en analyse van investeringskosten voor kantoorgebouwen dat zich richt op het overlapgebied tussen organisatie, techniek en milieu zijn:
- Het leveren van binnen een zekere marge betrouwbare ramingen van investeringskosten in de vroegste fase van het huisvestingsproces op basis van alle op dat moment beschikbare, de context betreffende informatie.
- Het genereren van een platform dat discussie tussen opdrachtgever en opdrachtnemers structureert. Door deze discussie wordt bewustwording over de consequenties van te nemen huisvestingsbesluiten mogelijk.
De ontwikkeling van PARAP kent in het licht van deze doelen twee speerpunten:
- de transitie van investeringskosten naar levensduurkosten
- PARAP geschikt maken voor verbouwramingen en –redeneringen
Om deze ontwikkeling gericht en gestructureerd ter hand te nemen is een definitiestudie uitgevoerd. Deze studie bestaat uit een aantal onderdelen. Deel 1 (de hoofdstukken 2 en 3) gaat over de afstemming en harmonisatie van NEN gebaseerde definities waardoor heldere uitgangspunten voor het modelleringproces van exploitatie resp. verbouw tot stand komen. In de interface van het PARAP-model kunnen op korte termijn verbeteringen aangebracht worden voor installaties. Defaultwaarden van het model worden omschreven voor comfort, installatieflexibiliteit en regelbaarheid van het klimaat.
In deel 2 (de hoofdstukken 4 tot en met 8) beschrijven we context en randvoorwaarden waaronder PARAP kan groeien tot een breed geaccepteerd en adequaat gebruikt model. De hoofdstukken 4 en 5 hebben betrekking op de trends aan vraag en aanbodzijde. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van de casus Rijksgebouwendienst. De andere hoofdstukken (6 t/m 8) ondersteunen de gedachtegang van degene die PARAP wil toepassen.
PARAP is een model met een beperkt geldigheidsbereik. Dat gaat niet alleen over bv. de vorm, afmeting en stapeling van het referentiegebouw, maar ook over marktcondities en conjunctuur. Om die reden wordt na hieraan aandacht besteed te hebben ingegaan op de ontwikkeling van het redeneervermogen van de gebruiker. Redeneerregels worden gegeven voor het gebruik van PARAP buiten het directe geldigheidsgebied van het model. Ontwikkelingen aan de vraag en aanbodzijde worden uitgebreid beschreven. Redeneren met PARAP gebeurt in de context van de actuele conjunctuur.