Gebruikersinvloed energieverbruik kantoorgebouwen - Hoe energie te besparen op kantoor?
Februari 2014 | Fien Thoolen, Iris de Been, Marion Beijer, Karel Dekker
In dit onderzoek is gekeken naar de invloed van gebruikers van kantoorgebouwen op het energieverbruik. Aan de ene kant om mogelijkheden voor energiebesparing aan te dragen en aan de andere kant om verklaringen te vinden voor het verschil tussen voorspeld en daadwerkelijk energieverbruik. Het onderzoek bouwt daarin voort op onderzoek dat door TNO is uitgevoerd, waaruit bleek dat gebouwen met een goed label meer gas verbruiken dan voorspeld en gebouwen met een slecht label juist minder dan voorspeld.
Tijdens het project zijn de volgende vragen onderzocht:
- Kunnen we energieverbruik in een gebouw voorspellen of beïnvloeden, niet alleen door het betrekken van technische condities, maar ook door kennis van gedrag en beleving van de gebouwgebruikers?
- Welke verklaringen zijn te geven voor de verschillen tussen het voorspelde en het werkelijke energieverbruik in kantoorgebouwen, aan de hand van de beleving van de gebruikers?
Methode
Het onderzoek is vooral kwalitatief uitgevoerd: van vier gebouwen (twee A-, één F- en één G-label) is informatie verzameld over het energieverbruik en zijn interviews gedaan met gebruikers van het gebouw: medewerkers, ICT- en facilitaire/gebouwbeheerders. Daarnaast is een expertmeeting gehouden, waarbij experts op het gebied van energiebesparende maatregelen, installaties, gebruikers en energielabels hebben gediscussieerd over de voorlopige conclusies van dit onderzoek en over mogelijke (gedragsgerelateerde) verklaringen voor de verschillen tussen het voorspelde en daadwerkelijke energieverbruik.
Conclusies
Er zijn vele mogelijke verklaringen voor het verschil tussen voorspeld en daadwerkelijk energieverbruik, waaronder:
- Er hebben wijzigingen/verbouwingen plaatsgevonden of er zijn fouten gemaakt bij de labelopname
- (klimaat)installaties worden niet optimaal ingesteld of gebruikt
- Gebrek aan periodieke monitoring van energieverbruik waardoor inefficiënte instellingen of gebruik niet wordt gedetecteerd
- Het gebouw wordt niet gebruikt zoals is aangenomen bij de labeltoekenning (bv. de openingstijden of gemiddelde temperatuur wijken in de praktijk af)
- Van de A-labelgebouwen wordt een hoger comfort verwacht of geëist door medewerkers
- In A-labelgebouwen heerst het gevoel dat er nauwelijks invloed is of weet men niet wat de individuele invloed is, waardoor men minder energiebewust gedrag vertoont
Het is duidelijk dat het energieverbruik in kantoorgebouwen te beïnvloeden is door het gedrag van de gebruikers aan te passen. Om dit weer te geven is er een lijst opgesteld met mogelijkheden om energie te besparen in kantoorgebouwen. Hierin spelen de verschillende gebruikers een rol: bijvoorbeeld installateurs die de installaties goed afstellen, ICT-medewerkers die zorgen voor het in slaapstand zetten van de Pc’s en beleidsmakers die sturen op energiezuinig gedrag bij medewerkers.