CfPB Werkplek Benchmark
Beleven uw medewerkers hun werkomgeving als een ondersteuning voor hun werk, hun samenwerking en voor het bereiken van organisatiethema’s? Functionaliteit, identiteit, en imago, vrijwel elke organisatie streeft daarnaar. Maar niet iedereen is daarin even succesvol. Wilt u een actuele vergelijkingsgrondslag, dan kunt onderstaand bericht tot u nemen.
Hoe presteert uw werkomgeving ten opzichte van andere organisaties?
Wanneer u een Werkomgevingsdiagnose (WODI) laat doen, wordt de gemeten beleving van uw werkomgeving en de ervaren productiviteit vergeleken met die van andere organisaties. Hiervoor maken we gebruik van de actuele CfPB Werkplek Benchmark. Aan de hand van deze referentiewaarde kan een scherper beeld verkregen worden van de sterke en minder sterke kanten van de eigen werkomgeving, maar ook van de haalbaarheid van ambities (hoeveel tevredenheid is reëel?). Aan het begin van ieder kalenderjaar wordt de CfPB Werkplek Benchmark geactualiseerd met de data die in het voorgaande jaar zijn verzameld.
CfPB Werkplek Benchmarks 2019
De CfPB Benchmark 2019 bestaat uit de gemiddelden van de uitkomsten van de 30 meest recente casestudies uit de WODI database. Alle cases tellen hierin even zwaar mee, ongeacht het aantal respondenten binnen de case, en alle opgenomen cases zijn representatief voor de desbetreffende organisatie.
Omdat we geen appels met peren willen vergelijken, hebben we een CfPB Benchmark voor de volgende drie kantoortypen:
- Combikantoren[1] met flexibele werkplekken (o.b.v. 30 meest recente cases met in totaal 12.275 respondenten)
- Traditionele (kamer)kantoren met vaste werkplekken (o.b.v. 30 meest recente cases met in totaal 4.167 respondenten)
- Combikantoren met vaste werkplekken (o.b.v. 19 meest recente cases met in totaal 1.840 respondenten)
We zetten de resultaten van een Werkomgevingsdiagnose dan ook altijd af tegen de benchmark van het eigen kantoortype.
Tevredenheid en ontevredenheid
De benchmark maakt onderscheid in de gemiddelde percentages tevreden en ontevreden medewerkers. Een hogere score op de tevredenheid wil niet automatisch zeggen dat er een lage score is op ontevredenheid (figuur 1). Uit de verschillen tussen deze scores is onder andere af te leiden welke scores in de praktijk wel en niet haalbaar zijn en hoe verdeeld de meningen zijn per aspect.
Figuur 1: Verdeling CfPB Benchmark Combikantoren met flexibele werkplekken ‘tevredenheid en ontevredenheid’ 2019 (van meest naar minst tevreden)
Rapportcijfers, productiviteit en belang
Er wordt, naast de tevredenheid en ontevredenheid over werkomgevingaspecten, ook gekeken naar de overall waardering die respondenten geven aan de hand van rapportcijfers (figuur 2). Een derde onderdeel van de CfPB Benchmark is de benchmark ‘ervaren ondersteuning van de productiviteit’, waarin we weergeven in hoeverre de respondenten de werkomgeving ondersteunend vinden aan hun eigen productiviteit en aan die van hun team (figuur 3). Het laatste onderdeel van de CfPB Benchmark is de benchmark voor het belang dat medewerkers aan werkomgevingaspecten hechten (figuur 4).
Figuur 2: Verdeling CfPB Benchmark Combikantoren met flexibele werkplekken 'overall waardering' 2019
Figuur 3: CfPB Benchmark 'ondersteuning productiviteit door de werkomgeving’ per kantoortype 2019
Figuur 4: Verdeling Benchmark Combikantoren met flexibele werkplekken ‘belang’ 2019 (gemiddeld percentage medewerkers dat het aspect als een van de drie meest belangrijke genoemd heeft)
Verwante indicatoren
De WODI database bestaat uiteraard uit meer dan alleen de 30 meest recente cases. Anno januari 2019 zitten er in totaal 241 (voornamelijk Nederlandse) casestudies met ruim 40.500 respondenten in de WODI database.
Indien gewenst kan een organisatie zich vergelijken met een bepaald deel van de WODI database en eigen streefcijfers (ambities) vaststellen op basis van de prioriteiten van de organisatie. Zo kan men ervoor kiezen om zich te vergelijken met het gemiddelde van alle representatieve cases in de database, met vergelijkbare typen organisaties of juist met alleen die cases die bovengemiddeld scoren. Er wordt dan een benchmark op maat gemaakt.
Dieper begrip waarom u anders bent…
Voor veel gevallen kunnen we ook een benchmark maken voor de bezettingsgraad. We baseren ons dan op metingen met de Space Utilization Monitor. Omdat gebouwen veel van elkaar verschillen is er ook een database van gebouwinventarisaties beschikbaar.
Verschillen kunnen immers alleen begrepen (en soms verklaard) worden door een goede analyse van organisatie, gebouw, gebouwgebruik en –beleving.
[1] Onder combikantoren verstaan we een werkomgeving waarin open en gesloten werk- en overlegplekken elkaar afwisselen (dit is dus geen volledig open kantoortuin).
Aanvullende informatie:
Inrichting en gebruik van kantoren verschillend beleefd. De waardering van verschillende soorten werkomgevingen gevat in indicatoren (S. Brunia, I. de Been, M. Beijer & M. Maarleveld: 2011)
Imagineering van de werkomgeving! Bestaat het evidence based managen van de beleving van de medewerkers? (S. Brunia, I. de Been, M. Beijer & M. Maarleveld: 2010)
Indicator meet tevredenheid. Benchmarken op waardering huisvesting. (M. Beijer, I. de Been, S. Brunia & M. Maarleveld: 2009)
Op naar een tevredenheidsindex voor kantoorhuisvesting (D.J.M. van der Voordt, M. Maarleveld; 2006)